-
1 the look of the nineties
het aanzien van de jaren negentig (het uiterlijk van degene die leeft in de jaren negentig) -
2 apparence
apparence [aapaarãs]〈v.〉2 (uiterlijke) schijn ⇒ (bedrieglijk) voorkomen, uiterlijk♦voorbeelden:toutes les apparences sont contre lui • alle schijn is tegen hemles apparences sont trompeuses • schijn bedriegton ne doit pas se fier aux apparences • schijn bedriegtgarder, sauver les apparences • de schijn ophoudenjuger sur les apparences • naar het uiterlijk (be)oordelencontre toute apparence • tegen alle waarschijnlijkheid inen apparence • schijnbaar, in schijnmalgré l'apparence, les apparences • hoewel het niet zo lijktselon toute apparence, selon les apparences • naar alle waarschijnlijkheidf1) uiterlijk, voorkomen -
3 dehors
dehors1 [dəor]〈m.〉♦voorbeelden:1 au dehors • (van) buiten, aan de buitenkantau dehors de • buitensous les dehors de la religion • met de godsdienst als dekmantel————————dehors2 [dəor]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:dîner dehors • buiten(shuis) etenêtre dehors • uit zijnde dehors • van buitenmarcher les pieds en dehors • met de voeten naar buiten gericht lopens'ouvrir en dehors • naar buiten toe opengaanen dehors de • buitenc'est en dehors du sujet, de la question • dat staat buiten de zaakpar dehors • buiten omdehors! • eruit!1. m 2. m pluiterlijk, voorkomen, schijn3. adv1) buitenshuis, (er)buiten2) (er)uit -
4 outer
adj. buiten[ autə]1 buitenste ⇒ aan de buitenzijde, buiten-, over-♦voorbeelden:outer ear • uitwendig oorouter garments/wear • bovenkledingouter space • de ruimtethe outer world • de buitenwereld2 outer man/woman • het uiterlijk, het voorkomen -
5 gehen
gehenI 〈onovergankelijk werkwoord; sein〉5 komen, reiken♦voorbeelden:1 jemanden gehen lassen • 〈 (a) informeel〉iemand met rust laten, iemand laten (doen); (b) iemand loslatensich gehen lassen • zich laten gaanschlafen, schwimmen gehen • gaan slapen, zwemmenso gut es (eben) geht • zo goed en zo kwaad als het gaatmir ist es ebenso, genauso gegangen • (a) mij is het ook zo vergaan; (b) op mij is het ook zo overgekomen〈 informeel〉 wie gehts, wie stehts? • hoe staat het leven?an die Arbeit gehen • aan het werk gaanauf die Jagd gehen • op jacht gaandavon gehen fünf aufs, auf ein Kilo • daar gaan er vijf van in een kiloaus dem Haus gehen • het huis uit gaandas ging gegen seine Überzeugung • dat ging tegen zijn overtuiging inin die Stadt gehen • naar de stad gaan, de stad ingaanich ging in mich • ik keerde in mezelfin die Schule gehen • naar school gaanin Schwarz gehen • in het zwart (gekleed) gaansie geht ins zehnte Jahr • ze gaat haar tiende jaar inins Kino gehen • naar de bioscoop gaanmit der Zeit gehen • met zijn tijd meegaannach dem Äußeren gehen • op het uiterlijk afgaanwenn es nach mir ginge • als het aan mij lagmir geht nichts über ein Bier • er gaat mij niets boven een pilsjedas geht über meine Kräfte • dat gaat mijn krachten te bovenvon jemandem gehen • bij iemand weggaanich gehe zu meinem Onkel • ik ga naar mijn oomzur Schule gehen • naar school gaanam Stock gehen • met een stok lopener geht auf die 50 • hij loopt naar de 50in die hunderte, Hunderte gehen • in de honderden lopenin die tausende, Tausende gehen • in de duizenden lopenüber die Straße gehen • de straat, weg overstekenvor jemandem gehen • voor iemand (uit) lopen4 das Fenster geht auf die Straße, nach der Straße • het raam ziet uit op de straat, weg5 das Wasser ging ihm bis an die Knie, bis zu den Knien • het water kwam, reikte tot aan zijn knieën6 wer ist an meine Bücher gegangen? • wie heeft er aan mijn boeken gezeten?es ging nicht alles nach ihm • hij kreeg niet in alles zijn zinvor sich gehen • gebeuren, (in zijn werk) gaanwie jemand geht und steht • zoals iemand er (net) bij loopt, zomaar, spontaanII 〈overgankelijk werkwoord; sein〉♦voorbeelden:1 ich bin diesen Weg schon oft gegangen • ik heb deze weg al vaak gedaan, gelopen♦voorbeelden: -
6 outer man/woman
outer man/womanhet uiterlijk, het voorkomen -
7 things are not always what they seem
dingen zijn niet altijd zoals men ze ziet (het uiterlijk kan liegen,het is beter om wat dieper te kijken)English-Dutch dictionary > things are not always what they seem
-
8 juger sur les apparences
juger sur les apparencesDictionnaire français-néerlandais > juger sur les apparences
-
9 blick
1) het uiterlijk hebben van2) er uitzien -
10 min
1) m'n2) bewoording3) mijn4) het uiterlijk hebben van -
11 se
1) aantreffen2) ontmoeten3) het uiterlijk hebben van -
12 titt
1) er uitzien2) het uiterlijk hebben van3) sjilpen -
13 uppsyn
1) er uitzien2) het uiterlijk hebben van -
14 utseende
1) er uitzien2) verschijnen3) het uiterlijk hebben van -
15 ögonkast
1) het uiterlijk hebben van2) er uitzien -
16 nach dem Äußeren gehen
nach dem Äußeren gehen -
17 external command
uiterlijk bevel (opdracht van aktiveringsstelsel waarbij het geheugen in werking gesteld moet worden om het te opereren) -
18 wet look
het natte uiterlijk (vorm van lichaam en haar als ze nat zijn) -
19 physique
physique1 [fieziek]I 〈m.〉2 uiterlijk ⇒ voorkomen, fysiek♦voorbeelden:1 au physique • lichamelijk, fysiekavoir le physique de l'emploi • (uiterlijk) goed in zijn rol passenII 〈v.〉♦voorbeelden:physique biologique • biofysicaphysique nucléaire • kernfysica————————physique2 [fieziek]♦voorbeelden:éducation physique • lichamelijke opvoedingétat physique • lichaamsgesteldheidêtre bien physiquement • er goed uitzien→ personne1. m1) (het) lichamelijke, fysieke2) uiterlijk, voorkomen2. f 3. adj1) lichamelijk, fysiek2) natuurkundig -
20 extérieur
extérieur1 [eksteerjur]〈m.〉♦voorbeelden:de l'extérieur • van buitenafjuger de l'extérieur • als buitenstaander oordelen————————extérieur2 [eksteerjur]1 buiten-2 uitwendig ⇒ buiten, buitenst, uiterlijk, zichtbaar♦voorbeelden:point extérieur à un cercle • punt dat buiten een cirkel ligtconsidérations extérieures au sujet • overwegingen die niets met het onderwerp te maken hebben2 boulevard extérieur • ringweg, ceintuurbaanle monde extérieur • de buitenwereldsurface extérieure • buitenkant1. m1) buitenkant2) uiterlijk3) buitenland4) buitenwereld5) buitenopname [film]2. adj1) buiten-2) uiterlijk, buitenste3) buitenlands
См. также в других словарях:
Aussen — 1. Aussen blank, innen Stank. Lat.: Nitens cutis sordidum ostendit animum. 2. Aussen nix – innen fix. – Steiger, 15; Simrock, 672. 3. Buten glei, binnen auwai. (Lübeck.) Buten = aussen. – Bettelstaat. 4. Von aussen beglissen, von innen beschissen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leo Simons — Leo Simons, né à La Haye, le 1er août 1862, et décédé à Rotterdam le 11 juin 1932, est un critique de théâtre, éditeur et professeur d’art dramatique, issu d’une famille aisée juive mais non confessionnelle. Il fut critique de … Wikipédia en Français
Dimitri Van Toren — (Breda, né le 16 décembre 1940) est un chanteur néerlandais. Sommaire 1 Discographie 1.1 CD s 1.2 LP s 2 Lien externe … Wikipédia en Français
Dimitri van Toren — (Bréda, né le 16 décembre 1940) est un chanteur néerlandais. Sommaire 1 Discographie 1.1 CD 1.2 LP 2 Lien externe … Wikipédia en Français
Dimitri van toren — (Breda, né le 16 décembre 1940) est un chanteur néerlandais. Sommaire 1 Discographie 1.1 CD s 1.2 LP s 2 Lien externe … Wikipédia en Français